ANGEL | MR WRONG PART 61

“Hef. Ik bloed.”

“What? Where?” Hij klinkt bezorgd.

“Waar? Uit mijn anus.”

“Not funny, Angel. No jokes.”

Ik kan er niets aan doen. Misschien zijn het toch een beetje de zenuwen. Misschien is het gehalte sarcasme of foute grappen sinds in zwanger ben ongemerkt vertienvoudigd.

“Sorry. Ik bloed. Je weet wel. Daar waar ik nu niet moet bloeden.”

Ik heb dit al eerder gehad in de zwangerschap maar daar heb ik Hef toen niets over verteld omdat ik het niet zorgwekkend vond. Bij elke druppel bloed, poep, plas of zweet die ik verlies, google ik natuurlijk even snel of het ok is en dat was het altijd wel. Bij 20 tot 30% van de zwangerschappen treedt in de eerste maanden licht bloedverlies op en er zijn verschillende redenen waarom een vrouw kan bloeden tijdens de zwangerschap. Het kan het gevolg zijn van de innesteling van het eitje (maar dat stadium ben ik al voorbij dus dat is het niet) of een wondje aan de baarmoedermond. Niets aan het handje, de zwangerschap gaat gewoon verder. Ook een blaasontsteking kan voor wat bloedverlies zorgen, maar die heb ik ook niet. Wat ik wel een paar keer had was bloed uit mijn Truus na het poepen. Maar vriendin Hester, die verloskunde heeft gestudeerd, kon me vertellen dat de zwangerschapshormonen ervoor zorgen dat de baarmoeder en de baarmoedermond nu extra doorbloed zijn en dat de bloedvaatjes bij zelfs lichte vorm van druk kunnen openspringen. En aangezien mijn drollen er nooit soepel en moeiteloos uit glijden maar ik ze er onder grote druk en met behulp van zware ingebouwde hydraulische systemen uit moet persen, is het niet vreemd dat er tijdens zo’n drolbevalling een bloedvaatje barst. Ik was eens bij een vriendin die tijdens het babbelen ineens op stond en  terwijl ze richting het toilet wandelde opgewekt zei ‘Ik moet even poepen.’ Er werd een keer doorgetrokken en nog geen veertig seconden later stond ze weer voor mijn neus, zo fris als een hoentje. Ze zag er nog net zo prachtig uit als voordat ze naar het toilet ging.

Image1“Was het vals alarm?”

“Nee.”

“Wat heb je gedaan dan?”

“Gepoept.”

“Hoe dan? Ik heb niets gehoord. En waarom heb je geen aders in je hoofd die gebarsten zijn?”

Thuis neem ik mijn telefoon mee naar het toilet. Hef mag absoluut niets horen namelijk. Dan kies ik een liedje uit mijn playlist dat het meeste lawaai maakt, liefst een of ander Sensation black terror muziekje en mijn telefoon leg ik in het granieten wastafeltje dat dan als dolby-surround-boombox-blaster-versterker fungeert. Mijn anus is namelijk zo onvoorspelbaar als de pest en ik weet dat hij zonder toestemming onverwachte trompettergeluiden kan produceren. Als de muziek aan staat en alle deuren in huis dicht zijn, begint het feest. De vlammen schieten er altijd uit omdat ik Indo-stylo consequent liters sambal blijf eten terwijl ik weet welke prijs ik ervoor moet betalen. De tranen schieten in mijn ogen en soms trek ik bijna de wc-pot doormidden omdat ik dat laatste stukje er niet uit krijg. Smeerpoep. Dat is het ergst. Dan blijf je smeren. Er komt geen eind aan. Hele toiletrollen heb ik nodig voordat ik denk dat het meeste weg is. Om te voorkomen dan het toilet verstopt raakt, moet ik na elke twee a drie proppen pleepapier de boel doortrekken. Soms wel vijf keer achter elkaar. Als dat achter de rug is, kan ik aan de slag met vochtige toiletpapiertjes met verzorgende aloë vera lotion erin en daarna zijn de lucifers aan de beurt. De doosjes lucifers zijn bij ons thuis niet aan te slepen. Het is voorbij. Ik heb het weer gered. Compleet uitgeput, met een bezweet voorhoofd en bloeddoorlopen ogen, kruip ik met mijn laatste krachten van de plee af. Dan moet ik me eerst even terugtrekken in een kleine, donkere ruimte, meestal de badkamer, om me in stilte te schamen en om bij te komen van het anale geweld dat me zojuist weer is aangedaan. Sorry voor deze zijstraat maar ik praat graag over poep en het maakt dit ongezellige, zware stuk als tegenhanger iets luchtiger.

Goed, lang verhaal kort. Aan mijn gebarsten bloedvaten was ik dus wel gewend en vanaf het moment dat ik wist dat ik zwanger was, ben ik onmiddellijk gaan minderen met de sambal toevoer. Was tegen beter weten toch een beetje bang dat ik de boel in brand zou zetten daar in die buik. Nu is het geen druppel meer, het is teveel voor een gesprongen adertje. Helderrood bloed, alsof ik ongesteld ben geworden. Maar ik voel niets, geen pijn, geen krampen, ik voel me eigenlijk prima. Ik ben alleen heel slaperig sinds ik zwanger ben. Ik doe het niet maar als ik zou willen, zou ik de hele dag dutjes kunnen doen. Verder voel ik me normaal.

Het is het einde van de dag en in een vlaag van lichte paniek bel ik Hef om te zeggen wat er aan de hand is maar terwijl het hem vertel, realiseer ik me dat we er toch niets aan kunnen doen en dat ik onnodig paniek aan het zaaien ben.

“What should I do? Shall we go to the hospital? Or to the midwife?”

“Nee, joh. Komt wel goed. Ik maak mijn dag af en dan kom ik zo naar huis. Het is ook al te laat om naar de verloskundige te gaan.”

“No, you need a check up.”

“Nee, het is ok. Ik zie je straks.”

Ik weet niet goed waarom maar ik wil niet naar de verloskundige. Misschien wil ik helemaal niet horen dat het een miskraam is of probeer ik het nog even uit te stellen. Misschien wil ik nog even afwachten of het bloeden toch minder wordt en het allemaal loos alarm is. Hoe dan ook, ik houd er niet van om drama te maken als er nog niets aan de hand blijkt te zijn. Er zijn tenslotte zoveel redenen waarom je kan bloeden tijdens te zwangerschap, het zal wel niets zijn.

Als ik thuis kom, is Hef heel bezorgd. Hij vraagt me tig keer of we echt niet naar de verloskundige moeten. Ik blijf nee zeggen. Ik wil gewoon slapen dus we gaan de deur uit voor een vroeg etentje en om tien uur lig ik knus in bed met Appeltje tegen me aan.

“Listen Angel, we will go first thing in the morning.” Hij is zo lief.

Daar ga ik mee akkoord. Als een blok beton lazer ik in een diepe slaap maar dat duurt niet lang. Een uur later word ik wakker van, je raadt het al, het gezaag van Hef. Godskolere, wat kan die gast een kabaal maken ’s nachts. Als het echt te erg is, trap ik hem de bank op. Meestal slaap ik er wel doorheen maar nu lijkt het wel of hij door een megafoon in mijn oren aan het snurken is. Al mijn zintuigen staan op scherp en ik ben klaarwakker. Plafonddienst noem ik dat altijd. Dat staren naar het plafond vind ik een van de ergste dingen die er zijn. Ik draai me om en druk een kussen op mijn hoofd, helpt niet. Ik draai de andere kant op en druk een kussen op zijn hoofd. Werkt ook niet. Dik anderhalf uur lig ik gefrustreerd de draaien en te woelen. Hij was zo lief en bezorgd vandaag, ik ga zelf wel op de bank liggen. En daar slaap ik de rest van de nacht heel slecht en onrustig. Het lijkt alsof ik slaapjes maak van maximaal vijf minuten. Elke keer word ik wakker en ben ik compleet uitgerust, klaar om de dag te beginnen. Steeds doe ik dan weer een half uur over om mezelf in slaap te forceren. Radeloos word ik ervan. Als dan eindelijk mijn wekker gaat, ben ik in eerste instantie dan ook opgelucht dat die rotnacht voorbij is.

Maar snel maakt de opluchting plaats voor een ander gevoel. Een gevoel dat ik nooit eerder heb gehad. Even knipper ik met mijn ogen en probeer te onder woorden te brengen wat ik voel. Ik kan er mijn vinger nog niet op leggen maar het lijkt alsof ik net nog in een kamer vol mensen was. Het is gezellig, er is geroezemoes, fijne achtergrond muziek, het ruikt naar lekker eten, er wordt gelachen. Ik steek net een stuk taart in mijn mond en als ik me omdraai… is iedereen ineens weg. De kamer is leeg, de muziek is uit, de eten is weg, zelfs het hapje taart in mijn mond is weg. De sfeerverlichting is uit en er knippert alleen nog maar een kapotte tl-buis aan het plafond.

Ik ben weer alleen in mijn lichaam.

Dat is hem, dat is het zinnetje dat ik zoek. Meer woorden heb ik er niet voor nodig om het gevoel te omschrijven. Het is haarscherp en duidelijk aanwezig. Heel vreemd. Ik heb me namelijk nog geen moment zwanger gevoeld. Mijn lichaam veranderde maar geen enkele keer heb ik het gevoel gehad dat er iemand in me zat. En toch voel ik nu dat het weg is. Ik woon weer alleen in mijn lichaam. Daar heb ik geen verloskundige voor nodig.

“Hef. Ben je wakker?”

“Yes! Where are you?!”

Hij ligt in de slaapkamer maar ik zie precies voor me hoe hij verwilderd in het lege bed om zich heen zoekt naar mij. Ik hoor hem uit bed springen en de woonkamer in rennen.

“Why are you here? What happened?”

“Nothing happened. Je gaf weer een fantastisch snurkconcert vannacht. Je hebt de hele buurt platgespeeld. Was echt heel mooi.”

“How do you feel?”

“Ik ben niet meer zwanger.”

“You don’t know that. Let me call the midwife. It’s enough now. We should…”

Hij draait zich om en snelt weer terug de slaapkamer in om zijn telefoon te pakken.

“Ja, maak maar een afspraak. Maar ik ben niet meer zwanger. Ik voel het.”

Hef wil er niets van weten.

“Yes hello? I need an appointment right now. Can we come?”

We kunnen gelijk terecht. Samen lopen naar we de verloskundigenpraktijk in de Pijp. Mijn verloskundige is fantastisch. Ze is, schat ik, een stukje jonger dan ik. Net over de dertig waarschijnlijk en ze heeft een knap en vriendelijk gezicht. Haar bruine krullen heeft ze in een losse, rommelige staart achterop haar hoofd hangen en ze heeft hele lichte sproetjes. Ze kijkt me meelevend aan. Met een lieve, zachte stem opent ze het gesprek.

“Zo, Angel. Hoe gaat het met je? Ik begrijp dat je wat bloed bent verloren?”

“Het gaat goed. Maar ik heb een miskraam.”

Haar blik veranderd, ze kijkt bezorgd maar blijft een kalmerende werking op me hebben. Hoeveel kinderen ik in mijn leven ook krijg, ik wil dat zij altijd mijn verloskundige blijft.

“Laten we gelijk kijken wat er precies aan de hand is. Je mag je even uitkleden en gaan liggen.”

“Dat is goed maar ik bloed. Dan weet je dat het een bloedbad wordt. Ik kan er niets aan doen, ik kan het niet even op pauze zetten.”

“Maak je daar maar niet druk over. Ik heb dit vaker gedaan.” Ze glimlacht naar me.

Broek uit, schoenen uit, de rest houd ik aan en ik ga liggen. Ik dirigeer Hef naar de achterkant van de onderzoekstafel. Ik heb liever dat hij achter me staat zodat ik me alleen op haar hoef te concentreren. Ze doet een soort condoom om de echostaaf en smeert er nog een kwak glijmiddel op. Hef staat achter me en probeert me op mijn gemak te stellen door zijn hand op mijn hoofd te leggen. Ik denk dat hij zo gebiologeerd naar het scherm staart dat hij niet in de gaten heeft dat zijn zware en enorme hand als een toupet half over mijn voorhoofd hangt. Ik duw zijn hand van me af. Hef is een grote sterke man maar hij is een pussy op het gebied van dokters, artsen, wondjes, ziek zijn en dood gaan. Het zijn allemaal dingen waar hij niet mee om kan gaan. Dus als ik daar met mijn benen wijd lig en hij ziet een staaf in me verdwijnen, heeft hij moeite om overeind te blijven staan. Ik heb dat niet. Ik ben totaal niet bang voor eendenbekken, naalden artsen, tandartsen of bloed. Het moet gebeuren dus hup, let’s get it over with.

Ze brengt de echostaaf bij me naar binnen en poert er wat mee heen en weer. Ze zoekt, zoekt nog wat, gaat links de hoek om, kijkt rechts om het hoekje, stukje terug en dan weer een stukje verder. Toch nog een keer links.

“Hmm.”

Ik probeer te zien wat zij ziet maar ik kan er geen enkele wijs uit worden. Ik begrijp gewoon echt geen reet van die echo’s.

“Hm… Nee… Nee, er geen hartslag meer te zien.”

“Ik wist het. Jammer.” Dat is het enige wat ik voor nu even uit kan brengen. Hef is even stil. Dan zegt hij toch wat.

“Are you sure?”, vraagt hij de verloskundige.

“Ja, ik weet het zeker.”

Ze kijkt me weer aan met die lieve ogen vol medeleven. Hef zegt niets. Ik voel hoe hij zijn handen op mijn schouders legt.

Ik weet niet goed wat ik moet doen. Of ik nu moet huilen of balen of even niks. Of ik mijn schouders moet ophalen en zeggen ‘Ach ja, shit happens. Volgende keer beter.’ In een split second denk ik aan papa. Er zijn twee momenten geweest in mijn leven met papa waarin hij me een waardevolle les heeft geleerd. Niet bewust denk ik, ik zag gewoon hoe hij met bepaalde situaties om ging. De eerste keer was toen ik me belazerd voelde door iemand. Ik zal je niet vervelen met de details maar het was een smerig verhaal waarin ik iemand naar mijn idee met de beste bedoelingen had geholpen met onderdak en geld. Ik kreeg het geld niet terug en ze was beweerde dat ik haar probeerde op te lichten of iets dergelijks. Terwijl ik mijn beklag deed bij papa was hij eerst even stil en zei hij uiteindelijk kalm ‘Mop, soms moet je gewoon je verlies pakken en verder gaan met je leven. Blijf er niet te lang in hangen.’

Mooi vind ik dat. Geen spoortje wraak of agressie. Dat heb ik toen gedaan. De tweede keer was toen hij ziek was. Nadat duidelijk was dat hij echt niet meer beter zou worden en de dood dichterbij kwam. Ik zie hem nog zitten. Het was nog maar een kwestie van dagen. Uren misschien, dat wisten we toen nog niet.

“Papa, ik vind het zo erg. Ik weet niet wat ik moet doen.”

“Niks mop. Als het komt, dan komt het. Het is jammer maar het is wat het is.”

Nooit heb ik meer respect voor papa gehad dat op dat moment.

De verloskundige legt haar hand op mijn hand.

“Hè, wat naar voor jullie.”

“Ja. Het is jammer maar het is wat het is. De volgende echo wordt vast prachtig.”

Ik richt me tot Hef.

“Hef, we weten nu in ieder geval dat die broedkast van mij werkt en dat jouw zaad het doet. Dat is toch ook heel fijn om te weten?”

Hef kijkt me verbouwereerd aan. Mijn verloskundige ook.

“Wow. Ik vind het heel knap hoe je dit rationaliseert.”

Hef is de volgende die mijn hand vast pakt.

“Darling, we will be ok. It wil be fine.”

Ik zie het verdriet en de teleurstelling in zijn ogen. Ik heb dat zojuist ook even gevoeld maar na mijn gedachten over papa ben ik eigenlijk wel ok.

“Weet ik! Natuurlijk komt het goed. We leven allebei en we zijn gezond.”

Als ik me heb aangekleed, vraagt de verloskundige ons nog even plaats te nemen omdat ze het een en ander wil uitleggen over het verdere verloop van de miskraam. Beide hebben ze zojuist gespannen mijn reactie afgewacht maar nu ze zien dat ik ok ben, is de sfeer weer wat meer ontspannen.

“Dat wordt veel oefenen”, zegt ze met een knipoog naar Hef. Hij kijkt me hoopvol aan.

“Do you hear that, babe? We need to practice a lot!”

Ik trek mijn sneakers aan en loop voor hem uit naar haar bureau.

“Welnee. Daar hebben we ovulatietestjes voor.”

Mr Wrong collageWil je af en toe een glimp van Mr. Wrong zien? Op mijn Instagram account post ik heeeel soms een kleine sneak peak. Dus als je wilt gluren… be my guest.

Liefs,
Angel

Volg:

62 Reacties

  1. Louise
    8 april 2017 / zaterdag, 8 april 2017

    Dikke kus X

  2. Eva
    8 april 2017 / zaterdag, 8 april 2017

    Wauw wauw wauw! Angel, je laat me weer lachen en janken! Mooi mens dat je bent!

  3. Martine
    7 april 2017 / vrijdag, 7 april 2017

    Heel veel hartjes.

  4. AL
    7 april 2017 / vrijdag, 7 april 2017

    xoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxooxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxooxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxoxo

  5. Stephanie
    6 april 2017 / donderdag, 6 april 2017

    Wat erg, ik ben er stil van. Sterkte Angel

  6. 6 april 2017 / donderdag, 6 april 2017

    Poeh, jeetje wat heftig. Ik vind het super knap hoe je dit kan beschrijven op een luchtige manier. Respect, echt waar! Hopelijk blijf je je zo krachtig voelen, al is het ook oké als je je wel heel verdrietig voelt!

  7. 6 april 2017 / donderdag, 6 april 2017

    Heftig… Mooi dat je vader je op die manier toch nog heeft kunnen bijstaan.

  8. Dila
    6 april 2017 / donderdag, 6 april 2017

    Ik heb ook het zelfde meegemaakt. 6 maanden later raakte ik weer zwanger en 25 maart was het zover en nu ligt meneertje naast me te pitten. Blijf je hoop houden en denk positief. Dat is wat mijn moeder mij vertelde en dat is wat bij mij heeft geholpen. Lots and lots of love & hugs!

  9. Rianne
    5 april 2017 / woensdag, 5 april 2017

    Heftig joh, heel veel sterkte!!!
    Maar zo te lezen hebben jullie dat niet nodig, jullie weten volgens mij al dat jullie een heel mooi baby’tje gaan maken 🙂

  10. Katja
    5 april 2017 / woensdag, 5 april 2017

    Klote 🙁
    Je bent een sterke vrouw, respect.
    Ik hoop dat het geluk jullie snel weer gegund is!

    Wat fijn dat je zo’n lieve verloskundige had en erover schrijft! Ben zelf ook verloskundige dus dat is leuk om te horen.

    Sterkte meid, ik ken je niet maar bewonder je humor in je schrijven!

  11. Kim
    5 april 2017 / woensdag, 5 april 2017

    Veel sterkte meis! Maar wat is het ontzettend mooi dat de levenslessen van je vader je kunnen helpen, alsof hij dan nog bij je is. Veel sterkte en jullie krijgen vast prachtige kinderen. Dikke kus!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *